5+ HET BINNENHOF VAN I247 I747. van den „Admirant van Arragon”, in den aanvang der i7de eeuw, deel uitmakende van de kasteleinij. Tusschen R en S schijnt verder een besloten gang te hebben ge legen, terwijl dat S door een overwelfden uitlaat ver bonden was met de oude zaal A. Aan deze kamer sloot westelijk een vertrek aan tot de galerij d, waarin zich een altaar (bij „De Riemer” mede vermeld) schijnt bevonden te hebben. De danszaal T is thans nog zeer waarschijnlijk in grondslag binnen het Departement terug te vinden. Kamer S nu kan zijn de „nuwe earner” van 1343; zij schijnt door Willem V tijdens diens bewind betrokken te zijn en om die reden later in de rekeningen bekend gebleven als Dollegraafs- of Ziekegraafskamer. In 1352 (351".) blijkt: teens (soldeer) ghebeseghet tusken der nieuwer earner ende der ouder zale”; die kamer lag dus zeer nabij de oude zaal. Voor het overige wordt er in deze dagen slechts gesproken van „myns heren earner” diens „stille earner” en diens „waerderobe”, maar in 1500 (117V.) wordt voor den vierkanten toren M gesproken van „Hertoge Willems toirn of den scattoirn”, tegen welken en achter de groote zaal hoogstwaarschijnlijk ook diens warderobe bij N was gelegen, ’s Hertogen kwartier schijnt dus wel in deze buurt te hebben gelegen. 23) ’s Hertogen ega Machteld huisde vermoedelijk in de oude grafelijke woning Cna het verdrag, tusschen haar en Hertog Albrecht van 1358 woont zij daar zeker, als de toen vermelde hooge vrouwe binnen den hove. Tot hare woning, welke zij tot haar overlijden in 1362 zal hebben betrokken, gaf oorspronkelijk een houten gang met trap toegang uit de oude zaal langs den noordelijken gevel van de graven woning, welke in 1359 in steen en overwelfd tot den gang E werd verbouwd en toen ook onmiddelijk verbonden werd met den kelder onder de oude zaal. 24)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 64