HET BINNENHOF VAN I247—I747. 59 proost Willem van Coulster (van Utrecht), en in 1402 de Proost van Bergen in Henegouwen. 31) Tresorier en cancelarij waren dus nauw aan elkander verbonden; geen wonder, dat men dan ook in den aan vang der i5de eeuw beiden bij elkander, en wel ten westen van de kapel, aantreft naast den zetel van den in invloed toenemenden Raad van Holland. In de 2de helft der i4de eeuw zoeke men echter denkelijk die cancelarij ten oosten van de oude zaal op den Achterhof. De voornaamste klerk van den tresorier mr. Jorys had tegen 1386 (2Ór.) bij de groote put zijne kamer in de woning K, waarin mogelijk ook de hofmeester en de rentmeester van N'1- I-Iolland van ouds een onderkomen vonden. 82) Gelijk gezegd, breidde Albrechts huisgezin zich sterk uit voor 1375. Misschien had hij dus behoefte aan een nieuwe kamer voor zich zelven tegen dien tijd, welke ongeveer ter plaatse h schijnt te zijn gebouwd geworden en zeer nabij de z. g. „sanctuarie” g\ der kapel was ge legen. 33) Beiden worden door mij ten westen der kapel gezocht, omdat de sanctuarie dan lag tegenover, en niet achter het choor, en omdat de ruimte onmiddelijk oost waarts van de kapel, destijds (sinds 1368) beschikbaar kwam voor het ingestelde kapittel van de kapel ten hove of de z. g, „canonesye”. Bij de inrichting van het oude Ridderhuis W tegen 1491 als Raadkamer is er overigens ten behoeve van de cancelrie in deze buurt sprake van een „nuwe stille an mijns heren oude earner.” De sanc tuarie kan bij den grooten uitbouw der kapel van 1453 in de kapel vertimmerd zijn. Zeer nabij lag mogelijk ook de „aelmissenkamer”, ongeveer ter plaatse van g, dienende tot spijziging en verzorging van arme nooddruftige lieden, welker taak de gravin op zich zal genomen hebben onder medehulp van de geestelijken, wier ernstig woord van bemoediging, troost, deelneming of ook afkeuring bij

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 69