64 HET BINNENHOF VAN I247 I747. binnen den hove in te nemen, welke het den Hertog wenschelijk zal hebben doen voorkomen voor hem een afzonderlijk kwartier in te richten. Daarvoor schijnt ge kozen te zijn de oude Grafelijke woning op den Achter hof, welke bestond uit eene kelderverdieping en uit drie in elkander loopende bovengelegen vertrekken B, C enD.43) Die keuze binnen de huiselijke omgeving van het hof schijnt tegen dienzelfden tijd verplaatsing noodig gemaakt te hebben van den zetel van den Raad van Holland, welke sinds dien tijd aangetroffen wordt op den Voorhof binnen het oude Ridderhuis. Hoewel ook thans nog ter plaatse (tegenwoordige zetel van de Eerste Kamer der Staten-Generaal) in de benedenverdieping oud muur werk, voornamelijk strekkende van noord naar zuid, wordt aangetroffen, is te veel vooral in de i7de eeuw hier veranderd, dan dat met besliste zekerheid de geheele omvang van die „oude raadkamer” nu nog kan worden aangewezen. Eene mededeeling uit den jare 1462 (Ising Binnenhof. Staten van Holland) kent haar de grootte toe van 60 X 26 voet (circa 19 X 8 M.). Destijds werd de Raad echter administratief anders geregeld en schijnen de aangeduide maten wellicht meer betrekking te hebben op de zaal te zamen met de bijbehoorende griffie. Hoewel tegen 1389 Albrecht, na den dood van Willem V, den titel van Ruwaard voor dien van Graaf dezer landen verwisselde, bestond hierin geen voldoende reden om aan zijnen Raad een meer werkzaam en blijvend karakter toe te kennen; toch nam de invloed van dien Raad destijds zeer toe. Hiervoren (Aant. 4) blijkt, dat sinds 1400 ongeveer de dagvaarten meer geregeld in die Haghe plaats vonden. Verder waren ’s Graven raden en klerken belast met het afhooren der rekeningen der rentmeesters, enz.voor hen legden b. v. ook van ouds die van Goes hunne rekening af. (v. Mieris, IV, p. 203).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 74