67
HET BINNENHOF VAN I247—I747.
de
den
destijds zijn voormalig kwartier, ten zuiden van
oude zaal, voor de vrijgevallen vertrekken aan
vijver zal hebben geruild. 45)
In het algemeen schijnt het logisch zich de verschillende
aanbouwen langs den vijver voor te stellen als ongeveer
hiervoren aangeduid. De rekeningen, tusschen 1400 en
1435 ongeveer, zijn hoogst onvolledig en niet gespeci
ficeerd, ten deele misschien te wijten aan de troebele
tijden, waarin de groote strijd om de Grafelijke macht
tusschen vrouwe Jacoba, Hertog Jan en Hertog Philips
werd gestreden. Tegen het definitief optreden van laatst-
gemelden Hertog, circa 1433, bestaan dan nog diens
eetzaaltje p met twee aanliggende kamertjes, bovendien
de „cypressen” kamer o de aanliggende „eindelste of
uterste” kamer 01zij allen dagteekenen misschien uit
den aan vang der i5de eeuw, terwijl dat de bekende, nu
nog bestaande meer oostelijke achtkante toren v pas
eerst in de tweede helft dier zelfde eeuw duidelijk voor
den dag komt. (Verg, overigens aanteekening 22). 4Ö)
Gissenderwijze meer niet woonde Willems ge
malin Margaretha van Bourgondië (zeer gezien bij Hertog
Philips en overleden circa 1440) in de kamer van Cleve
41) Denkelijk bewoonde de Hertog dan de vijverkamer
m tegen de groote bereikamer. Allen met ronde vensters
Hoewel ook de danszaal T had een rond glasvenster,
vermoedelijk in den oostelijken gevel,48) kan deze ’s Her
togen kamer toch niet geweest zijn.
Hier mag nog medegedeeld worden, dat de rekeningen
omtrent de bekende Vrouwe Jacoba geene aanwijzingen
bevatten betrekkelijk hare woonplaats binnen den Hove.
Eene overlevering wil deze in hare treurigste dagen
aanwijzen, ter plaatse van het Algemeen Rijksarchief-
gebouw (v. d. Aa. Aardr. Woordenboek IV, p. 788).
Men zoude dan kunnen denken aan het hierboven ver-