68
HET BINNENHOF VAN 1247 1747.
Het Hof onder het Bourgondische Huis. 1428— 1482.
melde huis in den kooltuin, gesticht door haren grootvader,
kort na hare geboorte. Evenwel ligt het Archiefgebouw
op de grens van en buiten dien tuin, strict genomen.
Hoewel Vrouwe Jacoba van Beijeren van 1428 tot
1433 na haar huwelijk met Frank van Borselen in
den zomer van 1432 als gravin dezer gewesten (sinds
den zoen tusschen haar en Hertog Philips van 3 Juli 1428)
onder bepaalde voorwaarden regeerde, berustte toch eigen
lijk het gezag bij Philips als „ruwaard”. Beiden lieten
zich vertegenwoordigen door middel van een „Commissie
van Negenen”, aan wie toekwam zeker recht van aan
stelling van Graaflijke ambtenaren, het recht van afhooren
hunner rekeningen en het recht doen over zekere zaken,
ook van strafrechterlijken aard. Reeds in 1429 werd die
commissie opgeheven en kwamen daarvoor in de plaats
een gouverneur van Holland, benevens een Tresorier van
Holland en Zeeland, naast zekere edelen en een paar
vertegenwoordigers uit de steden. Bij elkander geroepen,
vergaderden deze te Leyden, niet binnen den hove,
’s Lands berooide staat maakte het beiden onmogelijk
de opdracht ten opzichte van Vrouwe Jacoba's jaarlijks
onderhoud te vervullen. In 1430 kwam het hoofdgezag
dan ook van hen op de drie vermogende heeren van
Borselen, welke als gouverneurs optraden; sinds 19 Juli
1431 na het overlijden van Philips van Borselen op
de beide overblijvenden Frank en Floris van Borselen. Het
geheime huwelijk van Frank met Jacoba (zijnde tegen de
regeling van 1428) deed beiden van het gouvernement
en Jacoba van haar gezag vervallen op 1 Nov. 1432,
door haar op 12 April 1433 bij verdrag erkend.