HET BINNENHOF VAN I247 I747. 71 nijverheid, enz. Ten slotte kwamen daarbij veelal alleen de zes groote steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Delft, Gouda en Amsterdam geregeld op en bleef het nog al groot aantal kleinere steden wegens de groote kosten weg. Samen met het platteland werden zij dan ook veelal geoordeeld vertegenwoordigd te worden door de opge komen ridderschap, vormende deze het andere en eerste lid der Staten. Oorspronkelijk nu schijnen deze Staten-vergaderingen gehouden te zijn ter plaatse, waar ook de Raad zijn zetel hield en bleef houden, t. w. in het oude Ridderhuis, doch Hertog Philips oordeelde het reeds spoedig noodig op te richten de z. g. Steden-raadkamer X, nabij de middelpoort, welke in 1437 ingericht werd in de „oude boutelgierskamer"”. Alle beschotten, bedsteden, enz. werden daaruit gebroken; de oude ramen werden door groote kruiskozijnen vervangen, de kamer werd nieuw gepleisterd en schoon gewit en verder sierlijk gestoffeerd, om het der steden afgevaardigden, welke nog al eens om tien- jaarlijksche beden, enz. door den Hertog werden lastig gevallen, naar den smaak te maken, 40) Het blijkt niet recht of hier wel tevens de ridderschap comparitie hield en of dus de staten in hun geheel niet b. v. bleven vergaderen in de nabijliggende raadkamer. In 1442 maakte de timmerman aan deze nieuwe kamer een klein kamertje „voor die secretaris in te scriven”, zeer eenvoudig ingericht, want het tafeltje om boeken op te leggen werd door staken in den muur bevestigd en daarvoor een houten bank als zitplaats gemaakt. De ligging dezer kamer blijkt nog nader in 1443 en in 1463. 60) Niet onmogelijk was na het optreden van Karei den Stoute als heer dezer landen echter deze stedekamer aan het gewone gebruik onttrokken en werden de steden ge dagvaard, waar men zulks binnen den Hove goedvond. 51)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 81