8o
HET BINNENHOF VAN 1247 I 747.
van Yorck betrok in X475 een nabij gelegen, niet met
zekerheid aan te wijzen, kamer. 64) Evenmin is aan te
toonen, waar b. v. in 1470 de uit Engeland verdreven
koning Edward IV (Wagenaar, IV, p. 114) tijdelijk zijn
onderkomen vond. Een niet minder bekend vorstelijk
persoon genoot echter voor dien tijd de gastvrijheid van
Hertog Philips binnen de kamers van Oostervant in
1458, t. w. de Fransche Dolphyn, in 1461 optredende
als koning Lodewijk XI, de groote tegenstander van Hertog
Karei. Groot misnoegen met zijn vader Karel VII voerde
in 1456 Lodewijk naar de staten van Hertog Philips,
welke hem gastvrij ontving, vooral meenende daardoor
een tegenwicht te hebben tegen kuiperijen van Fransche
zijde. Omgekeerd werkte Lodewijks verblijf in de Bour
gondische gewesten nadeelig op de reeds zeer sterk
gespannen verhouding tusschen Hertog Karei en zijn
vader welke haar oorzaak vond in den door Karei ver
afschuwden Fransch gezinden eersten staatsdienaar van
Philips, Jan van Croy. Hoewel eigenlijk verblijvende in
Brabant en in Brussel, schijnt de Dolphyn toch eene
wijle in Nd-Nederland vertoefd te hebben, waar voor
hem de oude kamers van Willem VI werden opgemaakt.
Hier behoorde echter deze sluwe vorst op den duur
zeker niet thuis. 6“) Zijn verblijf deed in het algemeen
den ouden naam van kamer van Oostervant in ’t ver
geetboek geraken. In 1469 (i65r.) is er echter nogmaals
sprake van „die earner van Oestervant, daer meyster
Jan Boelyn (Bouwins) woent”; ook in 1472 (201V.) 66)
Zooeven was reeds sprake van de „Kamer van Staet”
bi, welke blijkbaar op de verdieping lag; zij was tegen
het midden der i5de eeuw ontstaan mogelijk door
samentrekking uit het oude verblijf b en b\ van Jonk-
vrouwe Aleyd. Met het oog op de latere ontwikkeling
van dit belangrijke kwartier moet deze zaak eenigszins