85 DE JURISDICTIE-GESCHILLEN, ENZ. gedeeld. Na vermelding van de koningskeuze en de krijgsbedrijven van den Roomsch-Koning in Duitschland en zijn terugkomst in Holland, laat hij volgen: „(Willem) „quam rechtevaert in den Haege ende deede ontbieden „verstandele werckluden, om een coninclijc Pallays aldaer „te maecken”. Koning Willem begaf zich dus niet naar een afgelegen plaats in een bosch, maar naar eene bewoonde plaats, die onder den naam van die Haege bekend was. En dit klemt te meer, als men leest, wat de schrijver hier onmiddellijk op laat volgen: „nae dien dede hij oick „maecken dat Huys toe Heemskerk tegen de Westvriesen”. Op geheel dezelfde wijze wordt dus over die Haege en over Heemskerk gesproken en het is bekend, dat deze laatste plaats reeds lang vóór dien tijd bestond, daar zij reeds in een brief van den Utrechtschen Bisschop Wil helmus in 1063 wordt genoemd. Zoowel als Heemskerk, bestond dus ook in koning Willem’s tijd die Haege. Het is bekend, dat voorheen meermalen de omstreek van een grootere of kleinere plaats, het ambacht van die plaats werd genoemd. Zoo sprak men, om slechts enkelen te noemen, van het Ambacht van Overschie, van Schoonderloo, van Monster; Vlaardinger-Ambacht bestaat nog, men had Zand-Ambacht, Haag-Ambacht. Die beide laatste namen hebben eene opmerkelijke overeen komst. Zand-Ambacht was de streek ten Zuid-oosten van ’s-Gravenzande gelegenHaag-Ambacht omvatte de rechts- bannen van half Loosduinen, Eikenduinen en Scheveningen. Nu heette Js-Gravenzande aanvankelijk Sanda of Zande, in het latijn Villula ad arenam; eerst later toen de Hollandsche graven hun verblijf op het daar gelegen kasteel vestigden, is de naam der plaats van Zande in ’s-Gravenzande veranderd; Zand-Ambacht had dus zijn naam ontvangen van Zande, vóórdat dit ’s-Gravenzande geworden was. Dit zelfde kan men van Haag-Ambacht

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 102