89 DE JURISDICTIE-GESCHILLEN, ENZ. op het Nederhof en andere straten en stegen mist, stroo, slijk, asch, doode beesten etc. te brengen. Een Placaat van Frederik Hendrik van 4 July 1628 houdt in, het verbodom met bogen of bussen te schieten op Buiten of Binnenhof, mitsgaders Voorhout en Vijverberg, Kneuter dijk of andere plaatsen en straten van den Hage. In 1603 verbood Prins Maurits, om in den Haag met vuurpijlen te spelen. De thesaurier van den Haag moest zijn jaarlijksche rekening afleggen ten overstaan van den President van het Hof en een lid der Grafelijkheids-Rekenkamer. Dit laatste college had recht over het straat- en marktgeld, het gaf verlof tot het bebouwen van ledige erven; het was met uitsluiting van den magistraat bevoegd om vergunning te geven tot het daarstellen van vooruit stekende bouwwerken buiten de rooying van den gevel van een of ander huis, en voor het maken van een koetspoort, waarvan de deuren over de straat open sloegen het stelde de voor die vergunningen te betalen recognitiën vast, en ontving daarvan de betaling ten behoeve der domeinen. In 1615 gelastte het Plof de dienaars van den Procureur-generaal om in de Hooge Nieuwstraat aan de bewoners te gaan aanzeggen dat zij hunne goten moesten schoonmaken en geen vuilnis meer op de straten mochten werpenzij moesten dit aan alle bewoners zeggen, behalve aan den Heer van Aarssen en aan den Ambassadeur van Engeland; de Procureur- Generaal kreeg last, om bij deze beide laatsten die boodschap in persoon te gaan overbrengen. Het kon niet anders of, waar zooveel verschillende autoriteiten op ééne plaats zooveel in elkander grijpende bevoegdheden hadden, er moesten vroeg of laat botsingen ontstaan. In het grafelijk tijdvak wordt daarvan nog niets be-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 106