DE JURISDICTIE-GESCHILLEN, ENZ.
93
Escroues. Escrois, chez le Roi se dit des rolles ou états
de la dépendance de Sa maison. Anal. Belgica van Hoynck
van Papendrecht deel III, bl. 13, 14. Ecroue is de lijst of
rolle, die de Hofmeester of Thesaurier van den Grave had,
volgens welke hij aan alle de bedienden, daarop staande en
geene andere, hunne wedden en emolumenten moest voldoen,
de Riemer, deel I, blz. 181 k. De officieren van het Escrois
waren dus de personen, wier namen op bedoelde lijst voor
kwamen.
de bedienden van het Hof en de Officiers des Escrois
evenzoo hield het Hof van Holland vol, dat onder zijne
rechtsmacht stonden de Edelen, Suppoosten van den Hove,
de geprivilegeerde personen en de officieren van het
escrois, of liever gezegd alle personen, die het Hof wel
onder die categoriën brengen wilde. Zoo rekende het
Hof zich bevoegd tot de jurisdictie over een groot deel
van de oppervlakte van den Haag en over een groot
aantal van de inwoners. En daar bleef het niet bij.
Niet alleen alle misdrijven, geschied op de boven
omschreven terreinen, door het Hof fundus fiscales,
fundus fisci of fundus feudalis genoemd, wilde het onder
zoeken en berechten, maar ook alle misdrijven gepleegd
in de woningen van Edelen of Suppoosten van den
Hove, waar ergens in den Haag die ook gelegen waren.
En niet alleen trok het Hof aan zich de strafbare feiten
gepleegd door de Edelen, Suppoosten en bevoorrechte
personen, maar evenzeer zoo die feiten tegen deze
personen waren gepleegd, of door of tegen hunne echt-
genooten of weduwen, hunne kinderen, dienstboden en
huisgenooten. Ik spreek tot nu toe alleen van de straf
rechterlijke bevoegdheid, die het Hof zich aanmatigde,
maar in het civielrechterlijke was het evenzoo. Om een
denkbeeld te geven, hoe ver het Hof zijne rechtsmacht
wilde uitstrekken, moge dit voorbeeld dienen: in de i8e