io4
DE JURISDICTIE-GESCHILLEN, ENZ.
dit stuk, laat ik het
van
I.
Vooreerst om wech te nemen den oorspronck van de
questie, geresen tusschen den Provincialen Raedt ende
de Magistraat van ’s-Graven-PIage sullen vortaen cesseren
die Keuren op den 6 en 9 February 1609 ende d’Ordon-
nantie bij den Provincialen Rade gemaeckt den 11 Mertii
van den selven jare, ende sal (des noot zijnde) van
nieuws op de materie daer inne begrepen, bij de E. M.
Heeren Staten van Hollandt ende Westvrieslandt sulcx
ghestatueert werden, als hare E. M. in goede policie
sullen bevinden te behooren.
om het verloop der zaak voor den
te gaan, daar zooals blijken zal door
Holland zoowel de Brood-keur als het
zonder eenig belang,
Hoogen Raad na
de Staten van
Placaat buiten werking werden gesteld.
Het Hof beklaagde zich bij de Staten over den inbreuk
dien de Haagsche Magistraat had gemaakt op de rechten
en privilegiën der Edelen en Suppoosten en verzocht
eene zoodanige voorziening, dat dergelijke feiten zich
niet meer zouden kunnen voordoen.
De Staten overdachten de zaak rijpelijk, want eerst
ruim vijf jaar later kwamen zij met de Provisioneele
ordre voor den dag, die evenwel zoo ongelukkig
geredigeerd, dat zij de bron werd
dictie-geschillen tusschen het Hof
Regeering van den Haag.
Wegens de belangrijkheid
hier in zijn geheel volgen.
Provisionele ordre, gestelt bij de Ed. M. Heeren Staten
van Hollandt ende Westvrieslandt, op de differenten,
geresen tusschen den provincialen Rade ende de Magistraat
van ’s-Gravenhage.
zoo ongelukkig was
van alle latere juris-
van Holland en de