i°5
DE JURISDICTIE-GESCHILLEN, ENZ.
II.
III.
IV.
Maer de Keuren, disponerende gelijckelicken soo wel
over de Edelen ende Suppoosten, als over de Burgers
van den Hage, te weten op het stuck van de wacht,
Brant-schouw, klapwaeckers, begravingen van dooden
ende diergelijcke, ofte infereerende eenige beswaernisse
aende Edelen ende Suppoosten, als daerbij directelyck
ofte indirectelyck den toevoer van vivres ende andere
nootdruft soude werden verboden ofte besneden, sullen
de voorsz. Schout, Burgemeesters ende Gerechte niet
mogen publiceeren, sonder voorgaende communicatie met
den Provincialen Rade.
Schout, Burgemeesteren ende Gerechte van ’s-Graven-
Hage sullen naer luijdt van hare Privilegiën ende van
de provisionele Instructie van den jare 1560 mogen
gheneralicken Keuren ende ordonnantiën maecken, de
policie ende welvaren van den Haghe ende die merckt-
plaetzen aengaende, stellende daerop alsulcke boeten
ende breucken, als henluyden goedduncken sal.
Des wert verstaen, soo wanneer Schout, Burgemeesters
ende Gerechte van ’s-Graven-Hage, soodanige keuren
in den kamere van den Raedt, indien der valt, als men
te Hove gaet, ofte anders aen den President ofte in
sijne absentie aen den oudsten presenten Raedt, sullen
hebben ghelevert, ende op deselve binnen vier ofte
uijterlijck zes dagen geen verklaringe is geschiet dat als
dan de selve keuren haren voortganck sullen hebben,