DE JURISDICTIE-GESCHILLEN, ENZ.
1’3
daarna ook die kamer binnentreden,
aan dezelfde tafel plaats
waren zij op een ander tijdstip gepleegd, tot de grootste
twisten zouden hebben aanleiding gegevenopeens is
daarop de zoete vrede verstoord en volgen de jurisdictie-
questies elkander met de grootste snelheid op. Dit ver
schijnsel heeft bij mij de vraag doen ontstaan, of de
persoonlijke sympathie of antipathie tusschen de Raden
van den Hove en de Heeren van den Magistraat niet
van het grootste gewicht is geweest bij het ontstaan
der geschillen.
Voorts zij nog opgemerkt, dat zoo er geschil ontstond
de beide colleges in den regel besloten tot het houden
eener conferentiedeze werd in den regel voor den
Haag aan het Hof aangevraagd, en door het Hof terstond
toegestaan. Die conferenties werden steeds gehouden in een
der vertrekken van het Hof, door daartoe aangewezen
gecommitteerden uit den Hove en uit den Magistraat
de uitslag was in den regel, dat elk der partijen zijn
standpunt bleef handhaven, zoodat de conferentie zonder
uitslag bleef. Aanvankelijk werden, als zulk een confe
rentie zou worden gehouden, de heeren van den Haag in
een kamer gelaten, waarin reeds de gecommitteerde
Raden aan eene tafel gezeten warende Magistraten
moesten dan aan eene andere tafel plaats nemen. Maar
in 1690 verklaarde de Haagsche Magistraat aan het
Hof, dat hij voortaan niet meer met Commissarissen
van den Hove in conferentie wilde treden, zoo zijne
Commissarissen niet aan dezelfde tafel als die van het
Hof mochten zitten. Het Hof schijnt getroffen te zijn
door de juistheid dier bedenking, want reeds op 5 Dec.
1690 besloot het, dat als er voortaan eene conferentie
zoude plaats hebben, de Heeren van den Haag in een
vertrek zouden worden gelatende leden van het Hof
zouden daarna ook die kamer binnentreden, en dan
zouden allen te zamen aan dezelfde tafel plaats nemen.
8