126
DE GLAZEN DER GROOTE- OF ST. JACOBSKERK.
J) Pertz Monumenta V.
s) Bern. Pez. Thes. anecdotorum IV Chron. monast. Tegern
see blz. 122 n". 3.
waren afgebeeld (diversas continentibus historias En
dat wij hier werkelijk met den aanvang dezer kunst
hebben te doen blijkt uit een brief van den abt van
bovengenoemd klooster, waarin deze, omstreeks den-
zelfden tijd, den schenker van een glasraam bedankte
met de opmerking, dat allen, die het gezien hadden, zich
verbaasden, over de kleurschakeeringen van zulk ongewoon
werk, (inter se mirantur insoliti operis varietates 2). Al
wat wij voor dien tijd lezen over geschilderde vensters,
schijnt een soort mozaik te zijn van gekleurd glas of
misschien zelfs met harsverf beschilderd.
Na dien tijd kan men het verloop der glasschilderkunst
vrij geregeld volgen, hoewel ik tot nog toe niet heb
kunnen nagaan, wanneer de, e zich in ons land vestigde.
De eerste sporen vindt men onder de graven van het
Bourgondische huis en hebben zich waarschijnlijk onder
hunne bescherming ten onzent ontwikkeld. In ieder
geval bezaten wij omstreeks de helft der zestiende eeuw
een legio glasschilders onder de broeders van het
St. Lucasgilde in die dagenmet den naam van glas
schrijvers betiteld. Onder deze zijn de beroemdste en
meest bekende de gebroeders Dirk en Wouter Crabet,
aan wie ook de meeste ramen onzer kerk worden
toegeschreven.
Wat de techniek der glasschilderkunst betreft, deze is
uiterst moeielijk. Men kende oudtijds slechts één, later
twee kleuren om mee te schilderen, namelijk het schwarz-
loth een bruinachtig zwarte stof en het geel. Deze verven
moesten op het gekleurde glas worden ingebrand en
aldus alle tinten worden verkregen.