DE GLAZEN DER GROOTE- OF ST. JACOBSKERK. I3I II. de versiering en de nu nog, na zooveel Venit Regina Saba ad Salomonem Audire Sapientiam ejus et ait: Major est Sapientia et Opera tua Quam Rumor, quem audivi. lijfspreuk ten deele zichtbaar en kleurenpracht van den mantel is ook eeuwen, oogverblindend. Nog vindt men boven ter rechterzijde het rijkswapen met de keizerskroon en ter linker het geslachtswapen van Karei, naar ik meen, gedekt door de gravenkroon. Jammer, dat alles zoo geschonden en dooreengeworpen is. Als maker wordt geregeld vermeld Dirck Crabet zonder dat iemand echter eenige bron aangeeft waaruit de waar heid van deze bewering kan blijken. Van dit glas is geen enkel spoor meer te ontdekken, tenzij misschien in de kisten met scherven op het Gemeente-Museum. Als maker van dit glas geldt Wouter Crabet, de broeder van Dirk; terwijl naar de algemeene opgaaf de schenker zou zijn Lamoraal van Egmond en zijn Echt- genoote Sabina van Beijeren, welke beiden dan ook op het raam zouden zijn afgebeeld. Met vrij groote zekerheid kunnen wij deze opgaven van Timareten, De Riemer en anderen onjuist noemen. De koster toch, die de wapens heeft beschreven en Een zuiden van het glas van Keizer Karei was een raam, hetwelk voorstelde het bezoek van de Koningin van Saba aan Koning Salomon met het onderschrift

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 149