6
HET HUIS VAN JOHANNES WTENBOGAERT.
de Rekenkamer Van Holland. Op 22 Juni 1606 kreeg
hij verlof zijn waschhuis te vergrooten, zoodat het over
de Beek heensprong, en mocht hij de schoeiing van de
Beek vernieuwen. Den 23 Dec. 1611 waren de onkosten
door hem aan het huis besteed geklommen tot /'7000,
want, behalve het bovengenoemde had hij een put ge
maakt, een Vlaamschen gevel aan het huis aangebracht,
alles „starck en duyrachtig”, den tuin nieuw omheind
en van plantsoen voorzien. De Rekenkamer vergoedde
hem die som. x)
Volledigheidshalve zij hier nog herinnerd de onjuiste
voorstelling reeds door Dr, Rogge 2) en door al het
voorgaande weerlegd als of Wtenbogaert zou gewoond
hebben in het huis Lange Houtstraat n°. 2, in welken
zijmuur een steen was gemetseld met het opschrift: „sustine
et abstine. 1609”. Wtenbogaerts lijfspreuk was: „Vi,ve
Deo” en in het jaar 1609 woonde hij, zooals is aan
getoond op den Hofcingel.
Het is bekend, hoe Wtenbogaert bijna onmiddellijk na
Oldenbarneveld’s gevangenneming uit ’s-Hage week naar
Antwerpen, 28 Aug. 1618. Zijne vrouw Maria bleef
voorloopig in het huis met hare zuster, eene nicht, een
neefje en een knecht. Op zekeren middernacht in den
aan vang van Maart 1619, werden zij op gewelddadige
wijze in de rust gestoord. Men liep de voordeur open
en klom uit het Achterom over den tuinmuur. Het praatje
ging, dat iemand uit het zoldervenster van een huis in
het Achterom Wtenbogaert in zijn tuin onder zijne galerij
had zien wandelen. De tuin werd verwoest, alles in huis
overhoop gehaald, maar hij, natuurlijk, niet gevonden.
De provoost-geweldige van het leger, Carel Nys, bleef
Register der Appointementen van de Rekenkamer 1606 1609
folio 33verso, id. 1610 1613 folio 189 op het Rijksarchief.
2) Brieven enz. I. blz. 59.