133
DE GLAZEN DER GROOTE- OF ST. JACOBSKERK.
schrijven.
-) M. G. Wildeman blz. 116.
3) Timareten, blz. 174. De Riemer, blz. 254.
men overal van dit
de Aartsengel Gabriël
Maria de boodschap
J) Deze laatste zinsnede zouden wij niet gaarne mede onder-
Red.
getrouwen gedachtenissen uitreikend levenslustig met
zijn ouden valkenier over zijne lievelingsvogels koutend
dankbaar den gastmaalsbeker ter eere zijns keizers ledi
gend den geest gevende onder de verklaring, dat hij
nimmer met ketters dronk”.
Hij is ons ook niet minder dierbaar. Hij toch is ten
nauwste verwant aan ons Vorstenhuis; het is naar hem,
dat H. M. zich bij voorkeur de Gravin van Buuren
noemten zijn geschenk is ons dus een bewijs te meer,
hoe ons Vorstenhuis ten allen tijde onze goede en vroede
stad lief had.
Van dit raam alleen kunnen wij met zekerheid den
maker aanwijzen blijkens een aanteekening in de Rent-
meestersrekeningen 2) luidend
1560. Den XIJ Septembris gecoft van de wed. van
Rijck met die stelt dye t glaes van de graeff van Buyren
achter tkoer alhyer in den Haege gemaeckt heeft dat
patroen van ’tzelve glas en daervoer betaelt IJ XV (3.
III.
Van het glas van Jan Stalpert van der Wiele is een
zeer merkwaardig gedeelte overgebleven. Naar het schijnt
heeft men het raam, waarin het glas van Keizer Karei
geplaatst was, in verloop van tijd vergroot en daar
onder het voor een groot deel ongeschonden glas van
Jan Stalpert geplaatst.
Naar de beschrijvingen, welke
glas vinden kan 3), stelde het voor
met uitgespreide vleugelen, aan