DE GLAZEN DER GROOTE- OF ST. JACOBSKERK.
137
IV.
V.
1) IIde deel, blz. 175.
2) Timareten, IIde deel, blz. 173.
het Hof
de kerk
In het jaar 1579 werd door de Raden van
en de Rekenkamer een raam geschonken aan
voor de helft door hen te bekostigen, voor de andere
helft door de Suppoosten van het Hof. De omslag der
kosten is te vinden bij de Riemer t. a. p. blz. 282. 2)
Een raam, dat veel kleiner van oppervlak geweest is
bevond zich boven de oude sacristij. Het stelde voor de
val van Adam en Eva en op den achtergrond, hoe zij
uit het paradijs verdreven werden.
Volgens Timareten d) droeg dit glas het jaartal 1541
en zou het oudste der ramen geweest zijnvolgens den
koster echter stond er geen jaartal op aangegeven. Deze
betrouwbare gids leert ons ook kennen, waar wij den
schenker van dit glas hebben te zoeken n. m. bij de
bekende Haagsche familie Deym. Ook hier vinden wij
in zijn boek twee wapens afgeteekend, het eerste van
lazuur met gouden keper vergezeld van drie rozen in
zilver Deym, het andere van goud met eenige hiero-
gliphische lijnen, waarschijnlijk de teekening van een
staakmolen. Aan wien dat wapen behoorde is onbekend,
anders ware ook hier de schenker ongetwijfeld vast te
stellen.
Indien ik mij niet vergis is dit laatste wapen nog in
het raam achter het koor aanwezig tnsschen de wapens
der kanunniken, maar het stof der eeuwen maakte mij
juist onderscheiden onmogelijk.