BIJ DE WONING VAN HENDRIK VAN DEVENTER.
I4I
opstel over Hendrik van
miskenden Nederlander, in
de hand van Kiestra. Hij
van onzen grootsten
Doch Jan Jans Kiestra, 1814'91, is de man, die der
vergetelheid ontrukte den grooten Hagenaar en die
Nederland benoemde het land van Hendrik van Deventer.
Collega C. E. Daniels herdacht Kiestra in het Tijd
schrift voor geneeskunde en referent in de Genees
kundige courant. Hierin schreef hij
een
en
van
„In 1849 verscheen
Deventer, den vergeten
Ali Cohen’s Tijdschrift,
trachtte alles te verzamelen, wat
verloskundige bekend is. Het jonge geslacht begrijpt
niet de moeite en de inspanning, die voor vijftig jaar
gevorderd werden om iets tot stand te brengen op
historiesch-geneeskundig gebied. Thans hebben wij ’n ge
leerden en onvermoeiden bibliotecaris (Dr C. E. Daniels
te Amsterdam), maar toen moest alles worden opgespeurd,
onwilligen gevleid, onverschilligen wakker geschud. Als
anno 1888 de weener hoogleeraar Billroth ex cathreda
den volke kond doet, dat historia medicinae akademischer
Schmuck is, kan die onverschilligheid geen verwondering
baren.”
„Z’n pogingen gelukten. Medio 1850 schreef hij z’n
tweede, in 1851 z'n derde en vierde artikel. Het tweede
wordt gevonden in het Tijdschrift van Broers en Van
Goudoever, jaargang 1851, de anderen in de Genees
kundige courant nrs 26 en 42 van dat jaar. Z’n laatste
onsterfelijke artikelen over Hendrik van Deventer ver
schenen in 1853 en ’54 in het Tijdschrift der Maatschappij
tot bevordering der geneeskunst. Dat Kiestra onzen, bijna
schreef ik zijnen, Hendrik niet heeft vergeten, bewijst
z’n uitnemende beoordeeling van Wartena’s dissertatie
in het Tijdschrift voor geneeskunde van 1884.
„Drieëntwintig juni 1888 meldde ik hem de vondst der
woning van Van Deventer in den Haag. Sedert dien dag