BIJ DE WONING VAN HENDRIK VAN DEVENTER. I42 was Kiestra wenschte voor Neêrlands grootsten verlos kundige ’n standbeeld. De algemeene vergadering van de Nederlandsche maatschappij tot bevordering der genees kunst verwierp in 1884 het daartoe strekkende voorstel der Afdeeling Groningen. Vier jaar later meldde ik hem de vondst der woning: drieëntwintig juni. Vijf dagen later besloot de Afdeeling ’s-Gravenhage en omstreken ’n gedenk steen met het borstbeeld, in zandsteen gehouwen, te doen plaatsen in den gevel van het huis nommer twintig, Amsterdamsche Veerkade. hielden wij geregeld briefwisseling en was hij onuit puttelijk in het geven van wenken en aanwijzingen om Hendrik te kennen, te waardeeren en op den juisten prijs te schatten, ’n Dertigtal brieven van z’n hand ge tuigen van z’n helder verstand en doorzicht, van z’n hulpvaardigheid en toewijding. Gaarne wenschte ik hem te ontmoeten. Verleden zomer gaf ik den wensch te kennen, van Leipzig naar huis keerende, den weg over Groningen te nemen om hem ’n vluchtig bezoek te brengen. Onmiddellijk schreef hij: „Wanneer gij van Veenwouden met tram of huurrijtuig te Dockum komt, neem dan te D. dadelijk een huurrijtuig naar Ee, dat een groot uur gaans van D. ligt. Buiten gekomen, kunt gij ten oosten het spitstorentje van Ee zien, en vóór dien toren aan het kerkhof woont de ondergeteekende”. Zoo mochten wij elkander van aangezicht tot aangezicht aanschouwen; het zou de eerste en de laatste maal zijn”. Het was zondag negenentwintig juni 1890. Veertien januari 1891 overleed hij. Zesentwintig september 1892 bezocht ik het kerkhof.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 164