TUINEN, VOORHEEN IN EN OM HET BINNENHOF.
150
de omliggende
van Holland uitgesneden, verguld en gestoffeerd stonden
aldaar met onderschrift in rijm, waarin vermeld hun tijd
van regeering, hun titels en sterfdag. Begrijpelijkerwijze
liet de Kamer de beantwoording dezer vraag achterwege
onder opmerking, dat de nieuwe Hertog zich deswege
had te verklaren. Na dezen tijd bemerkt men niets bij
zonders meer omtrent dit zomerhuis, dat dus wel gaande
weg zal zijn vervallen 7).
Daarentegen liet in ditzelfde jaar de stadhouder Lodewijk
van Brugge, Heer van Gruithuizen, een tuin aanleggen,
op het Buitenhof naast de Gevangenpoort, vermoedelijk
ter plaatse van het z. g. Valkenhuis. Hoe deze ingericht
werd, blijkt niet; evenmin is met juistheid de richting
van een toenmaals aldaar gebouwden muur te bepalen,
die geloopen kan hebben in de richting van de, tegen
dezen tijd in onbruik geraakte, watering langs de Plaats.
Die tuin zal dan later in de 16de eeuw meer en meer
ten dienste van de omliggende erven zijn opgeofferd
geworden 8).
Meer geregeld vertoefden nu te gelijkertijd de elkander
opvolgende stadhouders boven de Middenpoort en langs
den Vijver, westwaarts van de kapel ten hove. Daarbij
ontstaat dan ook in dezen tijd een tuin op het
Binnenhof zelve met een kinderkamer, welke tuin nog
al omvang kan hebben gehad en mogelijk een groot deel
van den Voorhof in beslag zal genomen hebben ter
plaatse van de tegenwoordige Tweede kamer der Staten-
Generaal. Deze tuin werd in 1469 reeds geheel ver
nieuwd en voorzien met een groot aantal kruidbedden
hij komt in de 15de en 16de eeuw onder verschillende
benamingen voor. In de jaren 1518 en 1519 wordt hij
aangehaald als Drossaats- of Stadhouderstuin, hebbende
denkelijk toenmaals de stadhouder klendrik van Nassau
en Frederik van Renesse, „Drossaat” van Breda, dien