TUINEN, VOORHEEN IN EN OM HET BINNENHOF.
157
tuinen binnen den hove. Het tegenwoordige Plein toch
begint, blijkens de aanteekeningen, pas tegen 1575 onder
den naam van „Stadhouderstuin” bekend te worden 1
Tijdelijk bleef hét Hof in deze jaren, wegens de troebele
tijden, vrijwel verlaten tot op ongeveer het jaar 1585,
toen het gevestigde bewind op nieuw hier voor goed
zetel koos.
Graaf Maurits, in ditzelfde jaar aangewezen als stad
houder over Holland, Zeeland en Westfriesland, verbleef
dan ook voortaan geregeld hier, wanneer althans de
krijgszaken dien veldheer niet te velde riepen. Hoewel
intrek nemende binnen den hove nabij de Middelpoort,
in welker buurt de stallen, het valkhuis, enz. op het
Buitenhof zich bevonden, behalve de reeds besproken
tuin met kinderkamer in het Zuidwestelijk deel van den
hove, schijnt ook deze Oranjevorst het kaatsvermaak
achter op het hof in stand te hebben gehouden en liet
hij daarnevens, naast den stadhouderstuin inrichten de
z. g. „reigerij” op het in verval rakende „klein akerland”.
Te gelijk ongeveer schijnen de valken, welke een tijd
lang buiten het oude valkhuis verbleven, te worden prijs
gegeven, nadat in het begin der 17de eeuw reeds dit
valkhuis door inwendige vertimmering voor andere doel
einden schijnt te zijn ingericht, o. a. ook als stal voor
den stadhouder. Het aantal reigersnesten, dat steeds nieuw
werd aangebracht, bedroeg in den regel elk jaar 200 stuks,
een enkele maal minder, daarentegen in 1648 zelfs nog
300. Vermoedelijk is die kostbare hinderlijke reigerij
onder het eerste Stadhouderlooze bewind voor goed
opgeheven.
De kaatsbaan, achter op het hof voor de kasteleinij,
heeft tegen het laatst der 16de eeuw meer als kegelbaan
gaan dienst doen; ongeveer in dezen tijd komt dan een
nieuwe kaatsbaan tot stand in den zuidwestelijken hoek