158
TUINEN, VOORHEEN IN EN OM HET BINNENHOF.
S'
In de eerste helft der 17de eeuw nu onderging die
Haghe groote veranderingen, waarvan mede het gevolg
geweest is vermoedelijk de opruiming van alle tuinen
nagenoeg, welke tot dusverre het Hof hadden omgeven.
Allereerst had Prins Maurits tegen 1600 aangedrongen
op een versterkte omwalling van het gansche vlek, opdat
het tegen overval van Spaansche zijde beveiligd zoude
wezen. De Staten van Holland verleenden ten slotte
hunne medewerking in deze zaak niet, zoodat die ver
sterking niet tot stand kwam, maar wel het vlek (vóór
1620) omgeven werd door een omgaande singelgracht,
waardoor het binnen zekere, tegen onverhoedschen over
val beschermende, grenzen kwam te liggen, doch tevens
van het Buitenhof nabij de oude groote stal van den
Stadhouder. Mogelijk diende de eerstgenoemde baan
toenmaals meer en meer ten genoege van de bezoekers
der kasteleinij, waar wel gelegenheid bestond eenige
vertering te maken 18).
De Stadhoudershof in het Zuidwestelijk deel van het
Binnenhof ging vermoedelijk nu gaandeweg te niet, en
wel waarschijnlijk reeds onder het eerste Stadhouder-
looze bewind, zoodat dan ook op een plattegrond van
1668 hier reeds eenige lage huizen worden aangetroflen.
Zeer nabij dezen tuin echter was tegen ongeveer 1600
een nieuwe tuin aangelegd ter hoogte van het tegen
woordige Departement van Buitenlandsche Zaken en zijn
voorplein, oorspronkelijk omgeven door een sloot, t. w.
tegen 1616, welke spoedig daarna vervangen werd door
een muur. Deze tuin lag mede zeer geriefelijk ten opzichte
van het stadhouderlijk kwartier, dat voor Prins Maurits,
in het laatst van diens leven, door de Staten van Holland
geheel vernieuwd en verbeterd was 19).