HET HUIS VAN JOHANNES WTENBOGAERT.
9
betrekken, maar Maurits had het altijd geweigerd wetende
dat Rosaeus door die daad, het occupeeren van Naboth’s
wijngaert”, zich in de openbare meening zou schaden 1).
Nauwelijks was Maurits 23 April 1625 overleden, of hij
herhaalde zijn verzoek en verkreeg het huis met Mei 1625 2).
Nu moest Wtenbogaert bij goede vrienden onder dak. In
zijn Memoriaal teekent hij op die jaren aan dat hij telkens
van kosthuis moest veranderen 3), zoo woonde hij in
1628 bij zekeren Hendrik van Wouw in „de wilde zee” 11
Nog altijd werd hij gezocht. De provoost geweldige begaf
zich naar Noordwijk om hem te vinden, en hij ontkwam
zoo als het praatje zeide, als boer verkleed op een wagen.
Veel vertoefde hij te Delft en te Rotterdam. De overheid
van laatstgenoemde stad werd aangezocht hem over te
leveren, en Wtenbogaert verklaarde zelf, dat, zoo hij te
Haarlem was geweest, zijn leven gevaar geloopen had.
Rosaeus ontruimde het huis eerst 12 April 1630 op
aandrang van Gecommitteerde Raden, nadat notaris en
getuigen eerst vergeefs beproefd hadden hem te doen
vertrekken.
In deze omstandigheden durfde Maria Petitpas haren
echtgenoot niet ontvangen in hare eigene woning, die
zij zich naast de zijne verzekerd had, om te maken, dat
die niet betrokken werd door personen die er een her
berg in zouden houden, voor 250 ponden volgens acte
1) Leven, blz. 324.
Resolutie Holland 26 April 1625. Memoriaal van Wten
bogaert Rott. Hs. n°. 365. Extract van A. Stolker. Origineel
achter den comptoir Almanak van 1629 Bibl. Rem. Sem. Uni-
versiteits Bibl. Leiden n°. 66.
3) „muto hospicium”.
4) Brieven. III. 2. blz. 54.