HET HUIS VAN JOHANNES WTENBOGAERT.
IO
Appointementen der Rekenkamer folio ii7verso 119,
afgedrukt in de Bijlage.
-) Appointementen der Rekenkamer 1614—1618 fol. 189 vers.
3> Register van de constitution van renten op huizen en
landen enz. 1629—1634, berustende op het Rijksarchief. (Rechter
lijk Archief ’s-Gravenhage, folio 26 verso).
4) Kohier der verpondingen van 1628 fol. iÓ4verso Oud-
Archief ’s-Gravenhage. Het is helaas het eenige overgebleven
kohier van die jaren.
van 8 Juli 1615 Op 7 Mei 1616 werd haar verlof
gegeven de beek te overwelven, zoodat beide huizen aan
elkaar grensden. Tevens werd bij diezelfde acte verklaard
dat aan Wtenbogaert en zijne erfgenamen dit huis niet
kon worden afgenomen dan tegen betaling van 4000
pond 2). Maria deed alle moeite om de confiscatie van
het huis van Wtenbogaert opgeheven te krijgen. Op
haar verzoek kwam eindelijk den 29 Nov. 1629 een
gunstig antwoord, toen de Gecommitteerde Raden haar
eene Apostille ter hand stelden, waarbij dit college toe
stemde in „redemtie van de helft zijner huijsinge in con
fiscatie genomen ten behoeve der grafelijkheijt”. Daarmede
verscheen zij voor schepenen van 's-Gravenhage. Op een
jaarrente van 125 voor eene hoofdsom van 2000 Caro-
lusguldens kwam haar dit te staan. Deze hoofdsom was
13 Aug. 1634 afgelost. In de hiervan aanwezige acte 3)
wordt het huis van Wtenbogaert nauwkeurig bepaald,
en dan heet hetten Oosten een huis van de comparante
zelve, ten Noorden de heerstraat voor den cingel, ten
Zuiden de Beek, ten Westen de weduwe van den Raads
heer Van Zanten. Daarmede komt overeen het kohier
der Verpondingen 4), waar de volgorde der huizen aan
de zuidzijde van den Hofcingel aldus wordt opgegeven,
te beginnen aan de zuidzijde der Hofstraat naast de nu
afgebrokene buiten-zuidpoort van het Hof: