189
1) Door de bemoeiingen van den Agent van Financiën Gogel
werd het overschot der schilderijenverzameling van den Stad
houder vermeerderd met eenige stukken uit openbare gebouwen
en enkele andere nieuw aangekocht. Deze werden in 1798 op
het Huis in 't Bosch bijeengebracht. In 1805 liet men deze
verzameling weder naar het oude lokaal, waarin de Stadhouder
zijn kabinet geplaatst had, terugbrengen en gaf er den naam
aan van „Nationaal Museum”. De kern hiervan nu werd in
1808 overgebracht naar Amsterdam om er het nieuwe Museum
te helpen vormen.
MEDEDEELINGEN OVER ’s-GRAVENHAGE, ENZ.
onroerende goederen op, als oorlogsbuit, volgens het
recht van overwinning door Frankrijk verkregen dat
tegen den vorst krijg gevoerd had. De Staten-Generaal
voerden hier tegen aan dat wanneer de Franschen den
Stadhouder als zoodanig beoorloogd hadden, hieruit nog
niet volgde dat de goederen van dezen burger verbeurd
verklaard moesten worden. Dit vertoog vond ingang ten
gevolge waarvan de domeingoederen onder afzonderlijk
beheer werden gebracht en onder vier administrateurs
werden gesteld. Bij deze schikking verloor het Huis van
Oranje niets, want zijne domeinen waren zoodanig met
schulden bezwaard dat zij niets meer aan Prins Willem
V opbrachten. Die schulden op de domeinen gingen nu
over aan de Bataafsche Republiek.
De roerende goederen echter bleven de Franschen als
hun eigendom beschouwen en lieten het meubilair enz.
alles in het openbaar veilen. De veiling vond plaats in
December ’95 voor of op het zoogenaamde Valkhuis,
waar de Stadhouder zijn koetshuis en stalling had en
waar de bovenverdieping tot ’s Prinsen kabinet van
schilderijen en antiquiteiten was ingericht. Van die
schilderijen werd het grootste gedeelte door de Franschen
naar Parijs vervoerd, waarvan na de restauratie een
68-tal mocht terugkeeren