MEDEDEELINGEN OVER ’s-GRAVENHAGE, ENZ.
I9I
was waarschijnlijk van de hand van J. d’Avet en dat
van Willem V was vervaardigd door J. G. Ziezenis.
Het in die zaal in den westelijken schoorsteen aanwezige
schilderij van v. d. Schuer dat door een drietal vrouwen
figuren de Eendracht, den Vrede en de Vrijheid voorstelde
had in 1747 plaats moeten maken voor het portret van
Willem IV. Tot 1795 bleef dat doek opgeborgen en werd
waardig gekeurd het portret van Willem V te vervangen.
Het portret van Willem III dat den oostelijken schoor
steen versiert liet men door een nieuw schilderij de
verbintenis met Frankrijk voorstellende verwisselen.
Dat doek was van de hand van den Haarlemschen
Kunstschilder W. Hendriks. Het stelde de alliantie der
Fransche en Bataafsche Republiek voor door twee alle
gorische vrouwenfiguren, staande op een bordes nabij de
zee, die elkander de hand reiken. De overige portretten
der stadhouders werden met „graauw" overgeschilderd.
Zoodoende verdween in de residentie door het hul
digen der Gelijkheid een en ander wat aan het Stad
houderschap herinnerde en dat aanstoot bij de patriotten
kon geven.
Beijverde men zich om zooveel mogelijk de goede
harmonie onder de ingezetenen te bewaren, onder de
Hollandsche en Fransche bezetting liet die nog al eens
te wenschen over. Zoo gebeurde het dat op een November
avond, van ’t jaar waarover we spreken, het korps Fransche
infanterie met de Hollandsche jagers handgemeen werd
en er aan weerszijden gekwetsten vielen. Den volgenden
dag herhaalden zich die ongeregeldheden welke ongetwijfeld
een noodlottig verloop zouden genomen hebben, wanneer
niet in den avond van dien dag, sterke cavalerie-patrouilles
tot handhaving der orde door de stad gezonden waren.
Het tusschen beide komen de“ officieren van deze beide