i93 MEDEDEELINGEN OVER ’s-GRAVENHAGE, ENZ. en hun artilleristen geplaatst om in triomf naar de stad te worden vervoerd. Onder het slaan der trom en het spelen van vaderlandsche marschen trok de stoet, vooraf gegaan door den Kolonel-Commandant en den Majoor te paard, en door een groote menigte omstuwd, eerst naar het Buitenhof alwaar rondom den Vrijheidsboom werd gedefileerd. Vervolgens ging de stoet de Stadhouders- poort door, de Vaderlandsche Sociëteit op den Vijverberg voorbij, en zoo naar het Raadhuis alwaar de veldstukken werden nedergezet. De burgers, die ze vergezeld hadden, ontvingen een woord van dank voor hun dienst, waarna van dit oor- dank voor hun dienst, de stoet zich ontbond. Toen er in Juli een lid korps, van Lanthen genaamd, kwam te overlijden, deelde de krijgsraad het wenschelijk, dat het stoffelijk overschot van dezen burger met militaire honneurs ter aarde werd besteld. Daar dergelijke eer nog nimmer aan een schutter was bewezen, vloeide op den dag der uitvaart een menigte volks saam om den stoet te zien welke in deze orde was samengesteld. Vooruit marcheerden twee tamboers met zwart floers over de trommen en een pijper met floerslint aan het instrument. Dan volgde de baar door 16 burgers getorst, waarop de sabel met schede van den overledene lag. Daarachter schreden de familieleden, de staf en de subalterne officieren, onder officieren en leden der burgerwacht. Van het sterfhuis aan de Uileboomen (thans de Zwarte weg) trok de stoet door de voornaamste straten naar de Loosduinsche brug alwaar de kist in een koets werd overgezet om naar de bekende begraafplaats Eik-en-Duinen te worden vervoerd. Bovenstaande is ontleend uit de ’s-Gravenhaagsche Courant welke aan het slot van haar artikel over deze teraardebestelling laat volgen: „Wij twijfelen niet of dit voorbeeld zal door alle braven gevolgd en in het toe komstige met nog meer ijver worden bijgewoond, daar 13

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 215