HET ’s-GRAVENHAAGSCHE TUCHTHUIS. 201 Bovengang met open celdeuren. de kooi snel in de rondte men zich deerlyk een der oude Nederlandsche bijgenaamd Kaatje Doe, op verzoek van hare familie een jaar in het tuchthuis opgesloten. Het resultaat was echter bedroefd min, want kort daarna kreeg zij eene veroordeeling om zes jaar te worden geconfineerd en na afloop der straf twaalf jaar te worden ver bannen. Zooals men ziet werd er niet malsch omge sprongen met de dames, die onjuiste zedelijk heidsbegrippen hadden, want behalve de lange jaren van opsluiting, be vatte het vonnis soms de verzwaring dat de delin- quente „in de cooy zoude worden gedraayt”. Deze „cooy” was een dergelijke inrichting, als nu nog wordt aange troffen bij hokjes, waar in eekhorens worden opgesloten, met dit ver schil echter dat zij niet om een horizontale maar om een vertikale as draaide. Werd een persoon daarin geplaatst en gedraaid, dan was het gevolg „dat begost te bestruyven”, zooals schrijvers dit uitdrukt. De navolgende uitvoerige beschrijving van eene executie

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 223