HET ’S-GRAVENHAAGSCHE TUCHTHUIS.
205
zijn bewoners
Het bezichtigen van het tuchthuis en
om in de cooy te worden gedraayt, mitsgaders gecon-
fineert in het tugthuis voor den tijd van drie jaren en
na expiratie van dien gebannen uit de landen van
Holland en West-Vriesland voor den tyd van zes
jaaren.
Magtelt Brouwers, eene van hare pensionaires, werd
veroordeeld in de cooy te pronk te zitten.
Vonnissen om van deze crimineele draaimolen te
genieten werden ook nog gewezen te name van Anna
Olderson, huisvrouw van Pietje Pagero, 24 Februari 1719,
Marie Lurim, Maria Wilingh, alias Mie Rosenrol, beide
7 April 1724, welke laatste in 1725 uit het tuchthuis
werd losgelaten aangezien zij, wegens rapport der doc
toren „in groot pericul was om blint te worden.”
De straffen, die de dertele vrouwen opliepen waren
echter kinderspel te vergelijken bij die waarmede de
ziekelijke perverse driften van mannen werden gestraft.
Zoo b. v. in een sententie van 15 October 1732, ten
laste van Johannes de L ter zake „dat hij heeft
getracht anderen te verleyden, maar daarenboven sigh
selve heeft schuldig gemaakt aan de afgrijselijke en enorme
misdaad van sodomie, waarvan te dugten is dat God's
rechtvaardige toorn over ons vaderland soude konnen
werden ontsteeken.’’ Hij werd met „de coorde gestraft en
deszelfs doode ligchaam in zee geworpen.”
Gerardus van Awerd, wegens het plegen van
„sodomitische vuiligheden”, bij vonnis van 23 Juni 1778
voor eeuwig verbannen.
Hij kwam er beter af dan een ander Hagenaar, die wegens
tentamina sodomiae werd veroordeeld tot 12 jaar tugt-
huysstraf en na expiratie van dien ook voor altijd werd
verbannen. (Sententie van 23 Januari 1801.)