HET ’S-GRAVENHAAGSCHE TUCHTHUIS. 222 Gebeurden dergelijke dingen in de Gevangenpoort, in het Tuchthuis op de Prinsengracht bestond de gevangenis- ningsche Volksalmanak van 1890, over het tuchthuis daar ter stede mede, dat in 1802 de Advocaat Fiscaal der stad op een avond twee gevangenen op straat vond wandelen en toen hij zich naar het tuchthuis begaf, was dit open en lag het dienstpersoneel dronken in den gang. Ook in de bekende Haagsche Gevangenpoort heerschte soms ware varkensvreugd en werden de gevangenen, de cipier gaf het voorbeeld, leelijk bestoven. In een schrijven toch van den Procureur Generaal van het Gerechtshof A. W. Philipse gedateerd 12 October 1817 aan de Regenten der gevangenissen te’s Gravenhage beklaagt hij zich over het gedrag van den concierge van het Huis van Arrest (de Gevangenpoort). „Deze, zoo schrijft hij, gaat zich van tijd tot tijd zoo te buiten aan sterken drank, dat hij des namiddags meestal door on bekwaamheid genoodzaakt is zich te bed te begeven om zijnen dronk uit te slapen. Voorts laat hij toe dat de gevangenen, die zulks betalen kunnen zich jenever aan schaffen en zich dronken drinken, waarvan nog gisteren een schandelijk voorbeeld is geweest en een jood Isaschar Scharis, die zich zoodanig aan den drank is te buiten gegaan, dat hij nauwelijks des avonds transportabel was en in het Huis van Justitie wegens zijn verregaande dronkenschap en de daaruit ontstane brutaliteiten is moeten gebonden worden. Ook heeft de concierge aan Aaltje Biesenbosch toe gestaan om hare gouden oorschalmen, zilveren beugel en parapluie door den knecht te doen verkoopen voor 16, terwijl dat provenue meestal tot aankoop van jenever is gebruikt, tengevolge waarvan de voorzeide gevangene en anderen uitermate dronken geweest zijn.”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 245