234 Art. 8. Art. 9. De Cipier zal blijven genieten een tractement van twee honderd en vijftig guldens ’s jaars boven en behalven de Hij zal de Tugtelingen niet anders mogen voeden of tracteeren dan volgens den inhoud van derselver von nissen, zonder die te verligten, of in Jt alderminste te buijten te gaan. HET ’s-GRAVENHAAGSCHE TUCHTHUIS. Art. ii. En zal hij wijders voor de secuure bewaaring van alle de persoonen, die in het voorsz. huijs reeds gebragt zijn of namaals gebragt zullen werden, moeten instaan, zig ten dien einde onderwerpende aan de regten, placaten en resolutiën deswegens gerecipieert, geëmaneert, en genomen, of die in het vervolg gerecipieert, geëmaneert en genomen zullen werden. Art. 10. Telkens en zo meenigmaal als aan de deur van het voorsz. huijs zal worden geklopt of gebelt, zal hij zelvs in persoon, of zijn vrouw, of iemand anders waar voor hij gehouden zal zijn in te staan, de deur moeten openen, en aanstonds wederom sluijten. verhokt kunnen werden, en zo dra het voorsz. Tugthuijs daar toe in staat zal zijn gestelt, alle veertien dagen tot voorkoming van complotten te doen verhokken, en bij het uit- en inlaaten altoos present te zijn.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 257