HET ’s-GRAVENHAAGSCHE TUCHTHUIS. 235 vrije woning in hetzelve huijs en Stads gemeene middelen, toe heeft gejouisseert. en vrijdom van ’s Lands waarvan het huijs tot nu Hij zal ten sijnen kosten het geheele huijs moeten doen schoonhouden, en de materialen daar toe leveren; gelijk hij ook gehouden zal zijn alle de meubilen, die zo tot de huijshouding als voor de plaatsen of vertrekken der gevangenen nodig zijn, uitgenomen alleen de bedden voor dezelve met haar toebehooren, ten zijnen kosten te besorgen, zonder dat iets daarvan door hem of den Contrarolleur ten laste van de stad in declaratie zal mogen worden gebragt; waar voor hij Cipier zal genieten twee honderd en vijftich guldens ’s jaars, met dien ver stande nogtans, dat alle de voorsz. meubilen de Magistraat zullen toebehooren. En zal hij jaarlijks aan Heeren Com missarissen moeten overgeven een specifique lijst, bij hem ondertekend, van de versleten en de door hem op nieuws bezorgde stads-meubilen, ten einde de Inventaris daarvan met de eerstgem. vermindert, en met de laatst- gem. geamplieert te werden. Art. 13. De Cipier zal mede moeten besorgen het vuur en ligt voor het vertrek, wanneer de Heeren Baljuw, Schepenen of Commissarissen aldaar vergadert zijn; waarvoor hij jaarlijks zal genieten een somma van vijftich guldens mitsgaders behoorlijk vuur en ligt sedert den ien October tot uit0 Maart voor sodanige kameren van de Tugtelingen waarin door Heeren Commissarissen geoordeeld zal werden vuur en ligt nodig te zijn, op een toeleg van tien stuijvers daags voor ieder van die kameren. Art. 12.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 258