HET ’S-GRAVENHAAGSCHE TUCHTHUIS. 242 Art. 31. hun Cipier of des- Art. 32. mans- van of vrouws- aannemen Art. 30. Art. 33. Den Cipier, thans door een vaste knecht op stads kosten geadsisteert wordende, werd expresselijk geinter- diceert de Dienaars der Justitie eenig acces tot de gedetineerde vrouwspersoonen te geeven, immers nooit anders dan in tegenwoordigheid van zelfs huisvrouw. De Cipier zal tot zijn adsistentie hebben een vaste knegt, denwelke hij selfs, na gedaane voorstelling aan de Magistraat, zal mogen aanneemen, en ordentelijk van logement, spijs en drank moeten besorgen, waar voor aan den Cipier zullen werden goedgedaan twee gulden en tien stuijvers ter week. En zal de voorsz. knegt genieten voor loon vier gulden ’s weeks, die door den Cipier aan hem betaald en aan denselven gerestitueert zullen werden, welke knegt gehouden zal zijn den Eed van getrouwheid in handen van haar Ed. Agtb. af te leggen. Hij zal geene Tugtelingen hetzij persoonen in zijn particuliere dienst mogen tot het oppassen van andere Tugtelingen of andersins, dan met goedkeuring van Heeren Commissarissen, en ten zijnen kosten. De Cipier zal weekelijks aan Heeren Commissarissen moeten overgeven een lijst van het werk door ieder der Tugtelingen in die week afgedaan, en het geld daardoor

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 265