HET 'S-GRAVENHAAGSCHE TUCHTHUIS. 244 's Zondags. ’s Maandags. ’s Dinsdags. Wortelen of andere groente. Karnemelk met grutten gekookt. Warm spek of vleesch met groente, ’t zij kool, aardappelen, knollen of groene erten. Grutten met boter of stroop en wat vet. Witte boonen met boter en azijn of aard appelen. 's Woensdags. Warm vleesch of spek met groente of appelen. ’s Donderdags. Graauwe erten met braadvet. 's Vrijdags. 's Saturdags. Voorts alle morgen voor ieder een stuk tarwebrood met boter, en een stuk roggebrood met comijnde kaas en voor ieder daags een kan bier van twee guldens de ton, welk bier de Cipier zal moeten halen uit een van de Brouwerijen alhier. Zooals men ziet is het menu goed voorzien al is ook de „stockvisch ofte soute labberdaen, versche cabeljauw ofte salm” verdwenen. Wanneer men dit spijskaartje vergelijkt met dat wat er tegenwoordig opstaat is de table d’hóte er niet op vooruitgegaan. Zondag en Woensdag erwtensoep, voor ieder persoon wordt berekend: 4 ons erwten, 4 lood groenten, 21/, lood vet, 2 lood zout, 5 wichtjes peper. Maandag gortsoep met vleesch, per hoofd 16 lood gort en 6 lood vleesch. Dinsdag en Zaterdag aardappelen met groenten. In art. 18 is sprake van een reglement op de voeding van de gevangenen dat „aan het einde deses is gein- sereert.'” Hierin werd als spijs en drank voor de tuch- telingen het volgende voorgeschreven

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 267