HET ’S-GRAVENHAAGSCHE TUCHTHUIS.
249
op de
bittere
die gratie en remissie aan te doen en gedogen vredelijk
en eeuwiglijk genieten, en wordt aan alle dezelve, ingevolge
het Decreet des Vertegenwoordigenden Lichaams, een
eeuwig stilzwijgen over deze zaak opgelegd, zonder hem
te doen of te laten geschieden, nu of in het toekomende,
eenige hinder, letzel of moeyenis; ter contrarie echter met
dien verstande, dat hij gehouden zal zijn deeze brieven
ter plaatze van den interinement te doen registreeren.”
Menigeen, die voorheen was verbannen, beging de
vergissing dat nu de nieuwe regeering er was, hij weder
gerust terug kon komen.
Johanna Termate, die hare wandelingen
„Cruysbaen” wilde hervatten had echter de
ervaring dat dit geenszins het geval was, zij werd
wegens viol van bannissement opgepakt en haar werd
den Haag nu voorgoed ontzegd. (15 Mei 1795).
De Regeering en de Justitie bleven den Prins aan
zien als een bontwerker een mot; dit merkte Johannes
Greebet, gepensionneerd commandeur bij de 2° Compagnie
Rijdende Artillerie, die wegens het verkoopen van een.
„medaillon met pourtrait van den gewezen stadhouder
er in aan een oranjelint-’ voor een ducaton 27 Juni
1800, 12 jaar verbannen werd.
Vol was het anders in het tuchthuis soms niet; uit
een verslag van Commissarissen aan de Heeren Schout
Burgemeesters en Schepenen blijkt dat er in 1787 waren
36 tuchtelingen, waarvan 26 die met hunne handen de
kost hebben gewonnen, drie konden wegens hoogen
leeftijd niets verdienen, 2 anderen hadden niets verdiend
en vijf hadden voor rekening van hunne nabestaanden
in godshuizen gezeten. In het totaal was door de gevan
genen voor de stad verdiend 1656.5 st.
Over het tijdvak van Louis Napoleons bestuur kan ik
met betrekking tot de geschiedenis van het tuchthuis