VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
272
Boelhuisboek, rechterlijk archief.
zienlijke partij elzen, iepen en populieren. x) 24 Mei 1628
vinden wij in het kohier der ordinaris Verponding aan-
geteekend: „Jan Philipps Weduwe, die gebruijckt van
jouffrouw Maria van der Leeuw, wed. wijlen Jr. Johan
d’Uttenhaghen, geseyt de Myst, zekere woninge ende
landen, genaempt DuvesteijnJ’. West Duyvesteyn, ter
grootte van 26 morgen 1 hond, kwam hierna aan Jhr.
Diederik, die de woning in 1687 aan Cornelis Janss
Ammerlaen verhuurdeOost Duyvesteyn, eigendom
van Jhr. Johan, werd eerst verhuurd aan Pr. Corn. Veen
en in 1690 aan Louris Lenartss Hos. Hare uitge
strektheid besloeg 26 morgen. Mevr, de Vaal erfde in
1701 beide woningen, waarna zij ten deel vielen aan Mr.
Caspar Clotterbooke, die West Duyvesteyn den 25 Oct.
Mr. Abraham de Back overdroeg. Deze ver-
Joan Eusebius Voet het heeren-
en boerenhuis met 28 morgen
2 p. In
1751 aan
kocht 2 Juni 1767 aan
huis, stalling, plantagie
land voor de luttele som van 9843 gld. 18 st.
1816 kwam de bezitting weder onder den hamer toen
zij door Maria van Rijn aan Jhr. Abraham Suasso da
Costa van de hand werd gezet. Daarop kwam de woning
in handen van Mr. Daniël Willem Abraham Patijn, be
waarder der hypotheken in den Plaag en Vrouwe
Theodore Francoise Patijn, Wed. Daniël Pietermaat. Des
tijds besloeg zij eene uitgestrektheid van 25 bunder,
54 roeden, 75 ellen.
Dichtbij den heerenweg tusschen Duivesteijn en de
landscheiding bevond zich de zoogenaamde Elsberg, een
heuvel van vermoedelijk Romeinschen oorsprong, met
elzenboomen beplant, waarheen de processie uit de kerk
zich begaf. Bij het afgraven van dezen heuvel op last
van Jhr. Diederik d’Utenhaghe, werden eenige penningen