276
VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
,,(e
en heeft dus Essenste^n ook dien
tijds omschreven als: „woonhuis, stal, tuinmanshuis met
tuinen en boomgaarden, ter wederzijde van de slooten
gelegen, ter grootte van 2 morgen 3 hond”. Hierbij
behoorden nog: „de helft van den Oost- en Westtuin
en boomgaard, tot in den Vliet strekkende, het tuinhuis,
enz., groot 1 morgen, alsmede 9 hond weiland”. Het
bouwhuis werd door Donk afgebroken en in plaats daar
van verrees een nieuwe, fraaie hofstede met stal, koets
huizen en speelhuis. Na zijn overlijden op 23 Februari
1706 verkochten de zes dochters, zijnde Elisabeth, gehuwd
met Anthony van Hardenbroek, Katharina, gehuwd met
Isaac Lense, Jacoba, gehuwd met Johannes Guilliermet,
Magdalena, gehuwd met Petrus Verstrate, Maria, gehuwd
met Johannes Noppe en de ongehuwde Sara, het buiten
aan Nicolaas van Amerongen. Diens executeurs droegen
de bezitting in 1719 over aan den postmeester Willem
Hendrik van Schuylenburg, in wiens familie het tot in
het begin der igde eeuw bleef.
De boerenplaats „Haasburg" met 41 morgen land,
niet ver van bovengenoemd buiten, kwam 3 Aug. 1774
door aankoop in bezit van Jan van ’s-Gravenmade. In
1828 werd zij ter grootte van 34 bunders 63 roeden
3 ellen, door David Maarschalk, bierbrouwer en de
erven Geertruida van Steenhoven overgedragen aan
Mr. Hendrik Abraham Bollard, procureur bij het hoog
gerechtshof, die een jaar te voren Veldzigt” had gekocht.
De landen waarop de buitenplaats Essensteyn” werd
aangelegd, behoorden in 1400 aan Dirc Reynerss.
Blijkens aanteekening in het Memorieboek, 2) waren de
daarop staande huizen in 1438 afgebroken. Hierna kwamen
Blijkens de kaart van Delfland van 1712 lag op deze hoogt,
de buitenplaats „Vreerijk" en 1. a;„.
naam gedragen.
2) BI. Vv°. en XIX.