VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN. 277 in eigendom Jhr. Arent t) 3 Nov. 1697 gedoopt Diderik Willem, zoon van Mr. Francois Leydekker en Anna Maria van Hogendorp. zij in eigendom aan de familie Potter v. d. Loo, waarna Jhr. Arent v. d. Loo van zijn broeder Cornelis den eigendom verkreeg. In 1624 betaalde hij 5 gid. 13 st. aan straatgeld en nog 28 gld. 3 st. van het huis van Pieter Cornelis Coppen, vroeger Cornelis Huybrechts, waarvan hij den eigendom in vereeniging met Cornelis Jansz. Wever bezat. Hij verkocht de bezitting in 1635 aan den Commies Willem Ketting de Jonge, den lateren raad en tresorier van de domeinen van den Prins van Oranje, die het huis liet bouwen en de buitenplaats deed aanleggen. In 1670 erfde Mr. Diederik van Hogendorp Gijsbertsz. heer van Cromstrijen, opvolger van zijn schoon vader als raad en thesaurier-generaal de buitenplaats, waarna zijn oudste dochter Anna Maria haar als huwelijks gift schijnt medegekregen te hebben. Zij trad tweemalen in den echt: i° met Jan Willem Vermuyen, raad en vroedschap van Rotterdam en 20 met Francois Leydekker Melchiorsz., gedeputeerde in de Generaliteits-rekenkamer en drossaard van Maartensdijk. Na het overlijden van haar eersten echtgenoot, droeg zij de helft der plaats over aan haar dochter Johanna Wilhelmina Vermuyden. Deze, die eerst gehuwd was geweest met den heer St. Marcel en daarna met den koopman Pieter Goudeth en te Marseille verblijf hield, verkocht haar helft in 1680 aan den raad en vroedschap van Delft Johan van Riebeek. Essensteyn behoorde dus voor de eene helft aan Johan van Riebeek en voor de andere helft aan hare moeder Anna Maria van Hogendorp. Johan, zoon van Mr. Abraham van Riebeek, gouverneur-generaal van Ned. O. Indië en van Elisabeth van Oosten, verkreeg in 1723 in haar geheel den eigendom, daar hij in 1719 gehuwd was met Charlotte

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 301