278 VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN. vlakte besloeg van t) Scheffer en Obreen: Het geslacht van Hogendorp van de I4de eeuw tot op heden. R'dam 1867. Jaarboek v/d Nederlandschen Adel, 1893, p. 452 en 453. Maria Leydekker 1), de eenige dochter uit het tweede huwelijk van Anna van Hogendorp. Ook hun zoon Gerard Cornells v. Riebeek die in 1735 op vijftienjarigen leeftijd eigenaar werd, later secretaris van Delft, huwde tweemaal, 4 April 1747 met Maria Arnoudina van Schuylenburch Willemsdr. en in Januari 1751 met Charlotte Beatrix Strick van Linschoten Jan Hendriksdr. Hij over leed in 1759 zonder nakomelingschap. Vermoedelijk is Essensteyn voor de eene helft toebedeeld aan zijn zuster Elisabeth Anna Maria, gehuwd met Alexander Diderik, Vrijheer van Spaen, en voor de wederhelft aan zijn tweede vrouwszuster Johanna Anthonia van Linschoten, die in 1758 met Balthazar Constantijn van Lynden, heer van Lunenburg, in den echt werd verbonden. In 1804 stond Essensteyn geboekt ten name van de freules Charlotta en Sophia van Lynden van Lunenburg. Charlotta Sophia was de jongste dochter van Jhr. Jan Hendrik van Lynden, heer van Lunenburg, die in 1794 gehuwd was met Charlotta Francina Diederica Beata van Spaen, jongste dochter van voornoemden Alex ander Diederik van Spaen en Elisabeth Anna Maria van Riebeeck; en Sophia Maria Agatha, die op Essensteyn 12 Dec. 1834 ongehuwd overleed, was de dochter van voornoemden Balthazar Constantijn van Lynden en van Johanna Anthonia Strick van Linschoten 2). Ten slotte kwam Essensteyn, dat in 1840 een opper- 55 bunders 5 roeden, 46 ellen, omstreeks 1850 in het bezit van de familie Van der Heim van Duivendijke en werd later gesloopt. De fraaie lanen en boomgroepen, welke eens dit uitgestrekte goed

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 302