VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN. .290 Zij bleef in die familie tot 1762, toen de erfgenamen van Vrouwe Margaretha Rosina Fagel, weduwe van Mr. Gualterus de Raad, ridder-baronnet, heer van Kijfhoek en Dubbeldam, raad en burgemeester van Rotterdam, opperdijkgraaf van de landen van Putten, meesterknaap van Holland, de buitenplaats aan Mr. Berent Willem Buys, raad ordinaris in den Hoogen Raad verkochten. .Na diens overlijden bewoonde de weduwe Anthoinetta Schuylenburch de plaats Zij hertrouwde inmiddels met Cornells van der Beke. Hare erfgenamen droegen 1 Sept. 1786 de bezitting over aan Francois Cornells, baron van Aerssen van Sommelsdijck, heer van de Plaat, Sommels dijck en Ooltgensplaat. Des zomers betrok hij Noordervliet, •overigens woonde hij te ’s-Gravenhage op de Nieuwe Princessegracht, alwaar hij ook 26 Dec. 1793 overleed. Hij was de laatste van zijn stam, daar zijn eenige zoon Francois Jean hem reeds op 17 Aug. 1784 was voor gegaan. Zijn erfgenamen waren Anna van der Duyn, gescheiden vrouw van Alexander van Bylandt, Gerard Arnout Taets van Amerongen, heer van Schalkwijk, gehuwd met ■Cornelia van der Duyn, Willem van der Duyn, Willem Hendrik van der Duyn, Paulina Maria Constance en Elisabeth Louise Maurice Charlotte le Leu de Wilhem, die de buitenplaats met inbegrip van 4 morgen land, 3 Juni 1796 voor 16000.— aan Magdalena Jacoba Haga, weduwe van den Haagschen burgemeester Johan Patijn verkochten. Twee jaar later, werd het buiten aan Jan van der Hoop te Rotterdam voor f 18000.— over gedaan. Omstreeks 1850 was het nog in diens familie en bewoond door Jonkvr. J. M. van der Hoop. Het werd omschreven als heerenhuis, tuinmanshuis, stal, en koetshuis, twee koepels en oranjerie. Later werd het bij het aangrenzende „Rusthol” aangetrokken. De bekende lustplaats „Rusthof” dagteekent uit het begin der i8e eeuw.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 314