VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
293
31
van
Oosteinde innam ongeveer tot aan de Wykerbrug toe. Zij
is bekend als woonplaats van den bekenden Jacob van
den Eynde, zoon van Mr. Hugo van den Eynde die
in 1564 de woning van Reyer Hendrik van der Burch
en Clara Vranckendr. van der Meere verkreeg. Hij was
zijn vader als pensionaris en raad van Delft opgevolgd,
terwijl hij in 1566 raadpensionaris van de Staten van
Holland was geworden. Hij was gehuwd met Elisabeth
van Nieuwland. In Januari 1568 op beschuldiging van
ketterij door den Bloedraad te Brussel gevangen ge
zet, overleed hij aldaar in afwachting van zijn nader
proces. Zijn zoon, eveneens Jacob geheeten, ridder,
„casteleyn ende superintendent tot Woerden”, aan wien
de woning in 1571 werd opgedragen, kreeg teruggaaf van
de in beslag genomen goederen zijns vaders. Aan de
woning behoorde blijkens ’t kohier van de huizen van 1602
„Jhr. Jacob van den Eyndens woninghe 4 morgen”. Bij
de verdeeling van het „pastoirs crofte” werd hem op
Maart 1610 door de Gecommitteerde van de Staten
Holland publiek verkocht twee stukken land ieder
ter grootte van 32 roeden. Zijn schoonzoon Jonkhr.
Heynrick, heere van Raephorst, gehuwd met Cornelia
v. d. Eynde, verkreeg volgens het Register der morgen-
talen 30 Januari 1618 den eigendom „van een woninghe,
streckende van den heerewech tot in de Vliet, ter grootte
van 4 morgen. Noch aen de noortzijde van den heerewech,
gecomen van Tryn Phillipsz. i1/, hont”. Nog blijkt uit het
Kohier van de huizen van 1621 dat de hofstede met het
bouwhuis aan Pieter Cors. Groen was verhuurd. Door het
overlijden van haar grootmoeder Cornelia, Vrouwe van
Raephorst, Westenschouwen, enz. kwam het huis in 1651
aan Cornelia van der Myle gehuwd met Philips Jacques van
den Boetselaer, heer van Asperen, Hoog-en Aartswoude;
waarna 28 Juli 1704 Jonkv. Agatha Petronella van den