VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN. 295 t) Johan van Alphen, won. in den Haag, huwde 5 Mei 1669 met Elisabeth ten Ham, uit welk huwelijk: Johanna, gedoopt 2 Mrt. 1670; Johan, ged. 18 Aug. 1675, Peter Johan ten Ham. Na het overlijden van den vader nog geboren Willem Jan, ged. 1 April 1685, getuigende Secretaris van Alphen, Johan ten Ham, Lucretia van Beulchaer, Weduwe ten Ham en de Weduwe van den heer Gijselaer. Mei 1705 met Mr. Wolphert Nobeling uit den Haag. De „plaisante” hofstede, met nog twee huizen in 1720 van Elisabeth v. Soutelande, weduwe van Jhr. Cornelis van Soutelande aangekocht, ging op 11 Juni 1788 in eigendom over aan Mr. Adolph Cau, secretaris van den hove van Holland. Zeer waarschijnlijk is het daarop bij Vreugd en Rust gevoegd. De buitenplaats, Vreugd en Rust"was in 1658 in bezit van Johan ten Ham. In 1681 wordt zij Johan van Alphens hofstedeJ’ genoemd, terwijl er later van J. de Vlijm een bouwhuis bij werd aangekocht. Pieter van Groeneveldt, raad en vroedschap van den Haag, verkreeg van v. Alphens weduwe omstreeks 1685 het inmiddels afgebroken huis met de hofstede, in plaats waarvan hij een nieuw huis liet bouwen en den tuin deed aanleggen. Op 15 April 1658 was hem door den Haagschen apotheker Adam Harell, voor de eene helft en de kin deren van wijlen Dr. Christiaen Rumpf doctor medicinae van Zijne Hoogheid, gehuwd met Agnes de Spina voor de andere helft een huis, schuur, bargen en geboomte, ter grootte van 19 morgen 2 hond en 17 roeden voor ruim ƒ17000 opgedragen; nog had hij op 10 Juli 1681 van Maria van Slingeland, wed. van den notaris Adriaen van Thol een tuin, met speelhuis voor 650.— aangekocht, (volgens de kaart van Delfland 1712, was aan de over zijde der plaats waar nu de oranjerie is, gelegen het buitenplaatsje „Lienburch”, hetwelk later bij deze bezitting

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 319