Oldenb. II. 294. Rogge. Wtenbogaert I. biz. 355 358. s) Verhooren. biz. 68. Motley: Joh. van 3) Rogge: Brieven enz. I. biz. 263. 22 DE REMONSTRANTEN TE ’s-GRAVENHAGE IN DE 17s EEUW. Rijswijk ter kerke. De scheuring was een feit, en daar om had de hofprediker een ernstig onderhoud met Maurits waarbij de prins wel tot zwijgen, maar niet tot instemming werd gebracht Meer en meer kreeg de Calvinistisch-gezinde Friesche stadhouder Willem Lodewijk van Nassau invloed op Maurits en dientengevolge moesten de afgescheiden Calvinisten ver gaderen eerst in het huis van Js Prinsen boekhouder, en daar na in de kleine Engelsche kerk in het Noordeinde (thans n°. 10), vroeger de kapel van het Sacramentsgasthuis. In 1617, den 9 Juli namen de Calvinisten met geweld de Kloosterkerk in bezit, en zoo voorkwam het volk de schikking, waarover Cromhout het met Oldenbarneveld al den 4 Juli eens was geworden 2). Den 16 Juli ging Maurits met zijn hofstoet daar ter kerk. Toch had de Prins nog pas aan Louise de Colligny gezegd, dat hij den hofprediker gaarne hoorde 3). Maurits was in gods dienstige zaken ligt over te halen. Nu liet de openbare meening Wtenbogaert los. Het straatvolk wierp vuil voor zijne woning, en 22 April 1618 vroeg en verkreeg hij zijn ontslag van den hem welge- zinden kerkeraad. Johannes Taürinus van Delft, de zwakke broeder van den wakkeren Pieter Taürinus, schrijver van „de Weechschaal”, verving hem. Deze werd later door de synode afgezet en ging over tot de tegen partij. De laster, dat Wtenbogaert door Spanje was om gekocht, en brieven wisselde met de Jezuieten, begon nu zich te laten hooren, en toen met Oldenbarneveld’s gevangenneming de staatkunde van Holland viel, de kerkelijke partij zegevierde, besloot Wtenbogaert aan den

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 32