306
VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
den ioo'n penning getaxeert op IIIIC Car. gulden. In 1626
kocht de toenmalige bewoner Adriaen Jacobsz. Gerdyn een
huis aan den hoek der Cleyne laen. Ten slotte bewoonde
Lenaert Jansz. het huis „in den Enghel” in 1659; terwijl
ons in 1797 genoemd wordt Christiaan van Tongeren.
De kohieren van de huizen van 1597 geven inlichting
omtrent „het Oude School”-. „Mr. Quiryn, schoolm. een
cleyn huysken, hem toebehoorende, hem generende met
zijn officie Nog vinden wij in het kohier van den
4Oe penning aangeteekend, dat de H. Geestmeesters op
17 Mrt. 1613 aan Jan Maurits voor de som van 144.
hebben verkocht „het oude school van Voorburg” en ten
slotte in het kohier v/d huizen van 1621 het volgende:
„Noch een cleyn huysken achter aan Claes Ravesteyn’s
erff, genaempt het Oude School, daer een wollespinder
in woont”.
Het huis „te Poort" mede aan de zuidzijde der dorp
straat gelegen, was in 1623 bekend: „Maertge Jansdr.
in de Poort”, in 1623 eygen Mr. Gillis Lettre” 2); in 1647
„Juffr. Anna Christina Longchamp, wed" Jhr. Johan de
Mortaigne geseijt Pottel, in plaetse van Joan Byvanck
met het huys aen de straet”. Hierbij behoorde nog een
klein huis genaamd „het Stalletje". Het register van
het brandgereedschap van t 1 Oct. 1660, geeft als eigenaar
aan: „Mr. Constantyn van Baerle van ’t huys te Poort”,
terwijl in het kohier der Verponding van 1701 wordt
aangeteekend: „Constantyn van Baerle van drie huysen
en de tuyn”. Van Baerle schijnt met de Voorburgsche
t) Onder de opgaaf der achterleenen van het huis teWerve
en wel in de acte van 1 April 1596, vinden wijQuirijn Claesz.
schoolmeester alsmede in de acte van 31 December van dat
jaar Mr. Q. C. Claessoon beide keeren als getuige.
2) Mr. Gillis de Lettre „fransoijsche schoolmeester" cn diaken,
wiens dochtertje Cornelia 13 Jan. I630 werd gedoopt.