308
VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
Jacob van Leeuwen, welk huis waarschijnlijk in 1727 bij
Hoffwyck werd gevoegd, en waarop later de oranjerie
verrees.
Aan den westhoek der kerklaan vlak tegenover de
protestantsche kerk, staat een fraai huis met uitmuntend
geconserveerden gevel van gelen zandsteen met rood en
het jaartal 1632. Het oude rechthuis, tevens logement en
uitspanning: „Swaensteyn" wordt zorgvuldig tegen verval
behoed, jammer genoeg is het steenwerk onlangs met
een verflaag overdekt. Gelukkig heeft men er niet aan
gedacht het in „modernen” stijl te laten opknappen.
Hoewel de oude kruisvensters door gewone ramen ver
vangen zijn en de inwendige inrichting ten deele aan
hedendaagsche eischen is opgeofferd, is het nog een gebouw
waarom men Voorburg uit een architectonisch oogpunt
kan benijden. De oudste gegevens aangaande de „Swaen”
vinden wij A° 1512 in ’t Memorieboek „Op te westhoeck
van de kercklaen woent Anthonis Aertsz. Fye Hubrecht
heeft den heyligheest II Kar. gulden V st., de pastoir
VIII sc. ende de coster V sc. ende heeft belegen an de
oistzide de kercklaen, an de westzyde Oidsier Dirxzn”.
In ’t kohier van de huizen v. 1597 staat: „Claes Jansz.
bruyct een huys met een berch ende schuyer hem toe-
behoirende, hem generende mit weinich bouwerie, ge-
taxeert op IIII Car. guldens.” Het kohier der verponding
noemt in 1602: „Cornelis Cornelisz. in de Swaen”; zijn
zwager Gerrit Claesz. Grijp verkocht hem in 1617 de
helft van een kelderkamer met het erf hetwelk hij bij
zijn huis aantrok. In 1621 deed hij nog een aankoop naast
zijn vorig perceel, „Cornelis Cornelisz. in de Swaen,
dezelfde voor zijn nieuwe huys.” Blijkens ’t register van
het straatgeld van 1623 betaalde hij, 19 gl. 15 st. „in
volder betalinge van de straet leggende voor zijne twee
huyssen”. Aan Nicolaes Verloo verkocht hij in 1631 het