VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN. 3°9 Johan Hen- 21 Mei 1825 oude perceel voor f 1670, waartegen hij in 1632 van Heylige Geestmeesters twee huisjes aankocht naast zijn nieuwe woning. Waarschijnlijk richtte hij die tot stalling en koetshuis in. Daarop verkreeg Verloo ook het nieuwe Swaensteijn. Als eigenaresse vinden wij in 1642, „Maria Romers, weduwe van Willem Schortis van ’t groote huys Swaensteyn, hetwelk zij van Verloo op 16 Nov. van dat jaar voor 7000 had gekocht. Verdere bewoners waren: 1660, Huych Pietersz. Ver- boon, voor ƒ8000. 1673 Jan van Son, 1709, koop prijs ƒ10.000.— Cornells van Alenburgh, 26 Mei 1731, Evert Krayvanger, omschrijvingeen huis, stalling en koetshuis; koopsom ƒ4500. De eigenaar van 1783 Zeger van Steensel deed de herberg voor f 7540 over aan Dirk Brans, 6 Mei 1792 verkocht deze haar aan drik Vix, voor ruim ƒ8000. waarop Fulp Mooy kooper werd. De vele lotswisselingen bleven niet zonder invloed op het uiterlijk aanzien van het gebouw. Zoo moesten bij de herstelling van het stadhouderlijk gezag in 1787 een vijftiental huizen van patriotten benevens de herberg „Swaensteyn” waarin tevens rechthuis werd gehouden, het ontgelden. Bij deze plundering, waaraan het gemeen zich schuldig maakte, en in latere troebele tijden, schijnen verschillende archiefstukken, o. m. de verpondingsregisters van 1735—1796, verloren te zijn geraakt. Op 26 Mrt. 1681 was van de toenmalige „Witte Swaen” ondershands kooper geworden zekere Cornelis van der Leeuw, herbergier „in de Drie Boeren” te ’s-Gravenhage. De koop ging evenwel niet door, omdat de echtgenoote van Van der Leeuw „onlancx daer (in den Haag) begaen heeft de schric- kelijcke ende execrable bekende daet van twee haerder eijgene cleijne kinderen de keel off te snijden ende te dooden; waerom den voorn, cooper teenemael insolvent ende genoeghsaem in ruïne is geraeckt.”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 334