320
V00RBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
eigenaar te vinden. In December van dat jaar hield zij
„publicque vendue”, waarbij „sodanig plantzoen van
palm, piramides etc. van de hand werd gedaan”. Ten
slotte werd het door de erfgenamen van Jonkvr. Josina
Clara van Citters aan den Voorburgschen secretaris Cornells
van Lis afgestaan, die de huizen deed afbreken en in
weiland veranderen, van welke 7 morgen 5 hond 50 roeden
in 1797 Mr. Samuel Anthony Gartner en later Mr. J. A.
Schiefbaan eigenaar werd.
„Blyenburg" mede een voormalige buitenplaats, is
thans tot bleekerij vervallen. Aan den voorkant, waar
eens de oprit met het fraaie ijzeren hek was, op den
grond, waar nu het huis door den heer de Ridder
bewoond staat, zijn eenige huizen gebouwd. In 1621
was het huis eigendom van Cornelis Blotelingh, baljuw
van Rijswijk en werd het aangekocht door Lenaert Jansz.,
schipper van beroep, terwijl de waarde er van op 200
ponden geschat werd. De kinderen en erfgenamen van den
daarop volgenden eigenaar Pieter Janss Veen verkochten
het huis in 1667 aan den secretaris Jacob van Leeuwen,
die het in 1671 weder aan Samuel Schas overdeed.
3 Dec. 1650 waren door Reynier Casembroot aan Barbara
van Hoogstraten, Wed. van den Commies Johan Schas,
twee huizen verkocht, de een met een boomgaard, een
eigen vrijen uitgang aan de westzijde en met het recht
om een schuit in de haven te leggen, met welken
aankoop de bezitting vergroot werd. Zijn zoon Adriaan
Schas, heer van Santhorst bewoonde het tot aan zijn
overlijden, waarna Cornelia van Nierop, zijne weduwe,
de plaats met inbegrip van twee kleine huisjes voor f 6000
en 100 gl. speldegeld in 1681 opdroeg aan den Agent
en Procureur in den Haag Willem van der Cruck. Deze
liet de daarop staande huizen afbreken en de plaats
nieuw aanleggen waarna een nieuw gebouw aan den Vliet