VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
321
schepping
6700.-
raad en
eigenaar. Hij
zoon
van
verrees. In 1734 vinden wij als eigenaar van een buiten
huis met koetshuis, stalling en tuinmanshuis en een
morgen land Mr. Everhard Francois Schimmelpenningh,
heer van Meerkerk, raad en rekenmeester van den prins
van Oranje, die Blijenburg tot 1746 bewoonde, waarna
hij haar overdroeg aan Josina en Agneta Edens. Daarop
vinden wij in 1792 de bezitting in eigendom van de
weduwe van Mr. Gerard Framjois Meyners, Margaretha
Catharina Slecht, die 24 Nov. 1792 de buitenplaats voor
10,000 aan den Rotterdamschen koopman Adriaan van der
Hoop verkocht. Inmiddels waren er een tweetal speelhuizen
bijgetimmerd. Het bleef in deze familie tot 1846 toe.
Van de plaatsen „Hoonvliet” en „Haagvliet” kent zelfs
het tegenwoordig geslacht den naam niet meer. Zij waren
gelegen ter hoogte van den watertoren. Hoonvliet was
reeds in 1754 met den grond gelijk gemaakt.
Haagvliet was op het einde der achttiende eeuw een
prachtig buiten; het heerenhuis was een schepping van
den Haagschen timmerman Duyfhuis.
In 1706 werd het huis door Mr. Simon de Brienne, post
meester van den Haag, gehuwd met Maria Germain, die in
den Haag een huis op den Vijverberg bewoonde, nieuw ge
bouwd. 30 Juni 1662 was het door Arent Willemsz. Vlaerden-
burch aan den Rotterdamschen koopman Hendrick de
Haes voor ƒ4000 verkocht geworden. Voor den grond had
de Brienne ƒ5000 betaald, ofschoon hare oppervlakte niet
meer dan 4 hond besloeg. 24 Juni 1707 werd Philips
Germain bezitter van de nieuw gebouwde hofstede voor
In 1718 werd baron de Gersdorff, geheim
extr. ord. gezant van den koning van Polen,
was gehuwd met Anna van Linden. Zijn
Salomon Johan, lieutenant-collonel bij de troupes
den Staat der Vereenigde Nederlanden, bewoonde
in 1758 de hofstede „Zuyderburg” aan de overzijde van
21