328 VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN. B Het register van begraven 1718-1770 vermeldt het volgende: „Arnoldina van Slingeland, huysvrouw van den heer Van der Goes, wonende te Rotterdam, alhier op Heeswijk overleden, vervoerd naar Delft, 1 Juli 1769. Over dezen Burchweg liep het gemeene voetpad van Voorburg naar Rijswijk. Johanna Meuls, ieder voor de helft. De naam was in middels veranderd in „Orangieburch"Van der Does had haar echter zijn naam gegeven toen hij in 1751 de buitenplaats aan Mr. Hendrik van Hees, heer van den Tempel, Berkel en Rodenrijs, president van den Hoogen Raad van Holland overdeed. Kort te voren was het be staande huis afgebroken en een geheel nieuw gebouw op getrokken. De naam werd nu veranderd in „Heeswijk” naar den nieuwen eigenaar. Door aankoop was de bezitting tot 12 morgen, 4 hond, 50 roeden uitgebreid. Zijn weduwe Barbara Johanna van der Hoeven verkocht in 1756 den inboedel. Van de executeuren van Lucas van Hulst kocht de opvolgende bewoner Mr. Francois van Hees een aan de overzijde gelegen huis met speelhuisje en paardenstal voor f 1075 i). Eene aanteekening van 1804 stelt het buiten ten name, van: J. van -Hees, Mr. Francois en Jonkvrouw H. C. van Hees. In 1818 werd de eerstgenoemde Mr. Johan van Hees van Berkel, lid van de Staten van Holland te ’s-Gravenhage alleen eigenaar. In 1823 was de buiten plaats op naam van Bonifacius van der Haer geboekt, terwijl in 1846 D. Welsink als bewoner voorkomt. Aan den zoogenaamden „Burchweg” 2) tegenover „Arentsburch”vinden wij de nog bestaande boerderij „Overburg” vroeger „Noorderburch”in 1731 door Jacobus Tijken voor f 9650 gekocht, alsmede den hedendaagschen warmoezierstuin „het Paradijs”Den i8en Januari 1701 werd dit laatste perceel zijnde een huis met oranjehuis,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 353